Wednesday, June 15, 2011

Nog eentje dan


Nog een vulkaanplaatje. Het ziet er naar uit dat ik vannacht gewoon kan vertrekken, morgen om 16.30 weer in Amsterdam

Tuesday, June 14, 2011

Laatste update: twee dagen langer in Uganda

Het vliegtuig richting Istanbul kon niet vliegen vanwege deze aswolk die zich gisteren over heel Oost-Afrika uitspreidde:

Oorzaak is de uitbarsting van de vulkaan Dubbi in Eritrea, die voorafgegaan werd door verschillende middelzware aardbevingen in een dunbevolkt gedeelte van het land. Met een beetje geluk is de lucht morgennacht schoongewaaid, zodat ik donderdagmiddag op Schiphol kan landen..

Meer uitleg over de gebeurtenissen:



Laatste dag: presentaties en rituele verbranding

Vandaag drie presentaties gehouden om de voorlopige resultaten van mijn onderzoek te delen met de organisaties waar ik mee heb samengewerkt:


  • Bij SNV, de Nederlandse ontwikkelingsorganisatie waar ik stage loop. 1o mensen aanwezig, veel nuttige vragen en suggesties voor mijn bachelorscriptie!

  • Daarna naar Heifer International, de organisatie verantwoordelijk voor de implementatie van het Uganda Domestic Biogas Programme: 15 mensenCC bij elkaar, veel mensen geinteresseerd gevonden in het uiteindelijke rapport!

  • Tot slot een bezoek aan Makarere University, bij het onderzoekscentrum CREEC (Centre for Research in Energy and Energy Conservation), een flink kritisch publiek, maar erg nuttige tips

Mensen waren erg blij met de google- kaartjes in mijn presentatie, die ik had gemaakt met de GPS unit die ik kon lenen van het biogas-programma. Misschien leuk om ook hier even te delen:


Mukono district: Kigombya & Kilangila

Kapchorwa district: Kapchebut en omliggende dorpen

Mbarara district: Nyakayoso, Ndeija & Rwampala sub-county

Alle 400 flipchart-vellen van de drie village meetings zijn nu in de computer ingevoerd: reden om het hele pakket ritueel te verbranden op de vuurplaats van het guesthouse waar ik verblijf. Een welverdiend biertje en een lange avond met alle mensen die ik gedurende de afgelopen weken in Kampala heb ontmoet.

Wat doen al die Ugandezen toch in Denemarken?



Village meeting nummer 3: Mbarara

De mensen die ik interview in Mbarara district zijn rijk, ze hebben 20 tot 80 koeien, een grote extended family, zonnepanelen, enorme stukken grasland en een hoop werknemers, werksters en ander soort hulpen. Hun grootste probleem is het dagelijkse bijvullen van de biogas-installatie. Vaak zijn het de werknemers of de jongens die het vieze werk van het mengen van de mest met water doen. Het zijn echter de vrouwen die het meest gebruik maken van biogas om op te koken en het direct merken als er de vorige dag niet goed bijgevuld is. Vaak volgen de mestmengers de instructies van de eigenaar niet goed op en omdat ze zelf het resultaat niet zien van hun halve werk (minder gas) hebben ze weinig incentive om meer en beter de mest te mengen.












De village meeting die ik in dit district organiseer, is een moeilijke opgave. De mensen die ik bij elkaar wil hebben wonen soms wel 15 kilometer uit elkaar, kennen elkaar nauwelijks en hebben veel andere verplichtingen. Uiteindelijk lukte het vandaag om 20 mensen bij elkaar te brengen in een basisschool ergens in het midden van mijn onderzoeksgebied.






Met auto’s en boda-boda’s druppelen de mensen langzaam binnen op het terrein van de 800 leerlingen tellende school. Overal op het terrein zijn bordjes opgehangen, om de kinderen van immoreel gedrag te weerhouden. Een aantal ervan wil ik jullie niet onthouden:








De village meeting zelf gaat goed: mensen schrijven een hoop ervaringen op en ook de lokale autoriteiten doen actief mee. Aan de muur hangen grote vellen met zelfgemaakte kaarten van Uganda en tekeningen van lokale dieren. Een restaurant van een dorp in de buurt heeft voor de deur van het lokaal een kleine charcoal-stove geimproviseerd om de thee op te warmen en de chapati te bereiden. Voor ik het weet is de dag om, zit iedereen vermoeid aan een laatste kop thee en is mijn veldwerk in Uganda voorbij.




Buren in Mbarara

Ik verblijf hier in een goedkoop hotel tegen de rand van het uitgaanscentrum van Mbarara, een van de grootste steden in het westen van Uganda. Elke middag, als ik terugkom van mijn onderzoek, staat een hele groep verdwaasde Somaliers te wachten op wat komen gaat. Met busjes, vrachtwagens en bestelbusjes worden ze naar mijn hotel gebracht. Vaak staan ze in groepjes, mannen en vrouwen apart, wat grappen te maken, iets te eten of heftig te discussieren. Mijn tolk vertelt dat Somalische vrouwen de mooiste en tegelijkertijd de lastigste vrouwen op dit continent zijn. Als ik hem vraag wat zoveel Somaliers doen in het westen van Uganda, legt hij uit dat mijn hotel een tussenstop is voor redelijk welvarende vluchtingen uit de onrustige delen van het instabiele Somalie. Als ik de volgende ochtend mijn mierzoete melk-thee met chapati’s naar binnen werk, bekijk ik ze wat beter en vraag ik me af waarom ik de wanhoop in hun ogen niet eerder herkend had.

Biogas als status-symbool

Meneer Kabegambire laat vol trots zijn biogas fornuis zien:

Hun werkster kookt de meeste gerechten echter nog vrolijk op hout
Wel hebben ze een energie-efficient houtfornuis geinstalleerd


Maar dat voorkomt niet dat de werkster last van haar ogen en longen heeft

Op een vruchtbare heuvel in onderzoeksgebied nummer drie

Bright, mijn tolk in het westen van Uganda, zit naast me op een van de dertig stoelen die in deze woonkamer netjes staan opgesteld. Op de geinterviewde na is de kamer verder leeg; de stiltes tussen de vragen en antwoorden zijn zwaar. De vrouw die we interviewen over haar biogas installatie is ongetwijfeld de oudste persoon die ik in Uganda ontmoet heb. Ze vertelt dat ze moeite heeft om voldoende mankracht te organiseren om de installatie dagelijks aan te vullen met de 60 kilo mest die het gaspeil hoog moet houden. Benieuwd naar de reden vraag ik door: de vrouw heeft een enorm huis, het grootste formaat biogas digester, de meeste koeien van het dorp en een stuk land zo groot als ik alleen nog bij flinke extended families heb gezien .
Ze wijst op de marmeren blokken in de tuin en vertelt een schokkend verhaal. Al haar drie zoons en haar man zijn vermoord bij een aanval op hun huis door een groep mannen die uit waren op hun geld. Ze is alleen over met haar vijf kleinkinderen, die te klein zijn om al het werk op haar land te doen.

Slavinnen

Terwijl ik wacht op de bus die me vannacht terug naar Kampala zal brengen, raak ik in gesprek met de dienstdoende politie-agent, die in deze late uurtjes het kantoor bemant waar de bus voor veiligheidsredenen vlak naast is geparkeerd.
In eerste instantie vertelt hij me dat deze regio erg rustig en vriendelijk is, en dat hij als West-Ugandees verrast was door de gastvrijheid van dit oostelijke bergvolkje.
Als ik hem wat vragen stel over de ontwikkelingen waar ik over gelezen heb (de ontbossing in het national park; de veerovende nomaden, de toenemende armoede en de besnijdenis van meisjes) stelt hij het eerder geschetste beeld wat bij.
De politie heeft het in deze regio toch aardig druk: mensen die illegaal hout kappen worden gevangen gezet of krijgen een boete, er is veel huiselijk geweld waarbij vrouwen het slachtoffer zijn; de besnijdenis van meisjes is onlangs bij wet verboden maar komt ondanks arrestaties van de daders nog her en der voor. Al pratend komen we op de positie van vrouwen en het gedrag van mannen in deze regio. Mij was het al opgevallen dat vrouwen hier weinig vrijheid hebben: ze koken, maken thee, werken op het land, brengen de man schone sokken, wassen hun handen en knielen voor elke man die ze begroeten. De politieman vertelt dat de mannen hier heel anders zijn dan elders in Uganda; in plaats van zaken af te stemmen met hun partner doen ze niet anders dan bevelen. Ze beschouwen hun vrouw als eigendom, waar ze voor betaald hebben door een enorme bruidsschat (een aantal koeien op zijn minst) aan de vader van hun bruid te betalen. Vanaf de bruiloft hebben ze het idee dat ze alles met hun vrouw kunnen doen wat ze willen. De mannen die er meerdere vrouwen op na houden zijn het ergst, vertelt hij. Terwijl deze heren de gezinnen die ze gecreëerd hebben verwaarlozen, verlangen ze wel dat ieder van hun vrouwen hen in al hun behoeften voorziet. Hun vrouwen zijn hun slavinnen, verklaart de politie-agent stellig, voordat ik hem een goede nacht wens en de nachtbus in stap.

Tien dagen geen mzungu te zien

Ik realiseer me vandaag opeens dat ik al 10 dagen geen Europeaan, Aziaat of Amerikaan gezien heb. Ik loop al tien dagen tussen alleen maar Ugandezen, en dat bevalt eigenlijk heel goed.
Mzungu, heb ik me vandaag door een oud heertje in driedelig pak laten vertellen, is een woord uit het Swahili, dat letterlijk ‘zij die altijd rondreizen’ betekent. Een beschrijving waar ik me wel mee kan identificeren, geloof ik.

Boscorruptie

De leraar van het dorp waar ik onderzoek doe vertelt me dat vlak voor de presidentiële verkiezingen het national park twee dagen per week werd opengesteld om hout te kappen. Dit was een maatregel van Museveni om sympathie en daarmee stemmen te winnen. Vlak na de verkiezingen werden de regels weer aangescherpt: hoge boetes moesten overtreders ervan weerhouden opnieuw illegaal het tropisch bos te betreden voor hun energiebehoeftes.

Moeilijke vragen

‘Mr Just, from what state in America is Masterdam the capital?’

Dictatorhumor

Elijah vertelt me een sterk verhaal over Uganda’s beruchte dictator Idi Amin. Op een dag nodigde Amin een Europese delegatie uit hem te bezoeken in een van zijn villa’s. In dit huis had hij een Afrikaans formaat deur (schouderhoogte voor Europeanen) laten maken. Toen de Europese delegatie naar het huis werd geleid, werden ze gevraagd door die deur te gaan om daar de Ugandese leider te ontmoeten. Terwijl ze al bukkend een voor een binnenkwamen, zei Amin tegen hen: ‘If even these Europeans bow for me, I must be the conqueror of the British Empire!’

African time

Vandaag organiseert Heifer International, die verantwoordelijk is voor de implementatie van het Uganda Domestic Biogas Programme, een stakeholder-meeting om het programma bij lokale autoriteiten, CBO’s (community based organisations) en NGO’s in dit district bekend te maken.
9.00: Aanvangstijd, althans, volgens de uitnodiging. In het zaaltje voor de bijeenkomst is nog niemand te zien. In de lobby van het hotel blijken de organisatoren nog aan het ontbijt te zitten.
9.33: Drie aanwezigen in een verder lege zaal: een van de organisatoren, ik, en een van de participanten
10.00: Een uur na de officiële begintijd zijn 15 van de verwachte 45 aanwezigen present. De elektriciteit van het zaaltje wordt na enig aandringen aangezet door het hotelpersoneel. Een van de peertjes in het rieten plafond gaat aan. De stopcontacten, waar de beamer op aangesloten moet worden, doen het nog niet.
10.18 Iemand die net is binnengekomen wordt gevraagd de halve zaal in het gebed voor te gaan
10.22 Op de smoezelige muur wordt het Windows bureaublad zichtbaar; met hulp van een paar verlengsnoeren is nu ook de projector actief.
10.40 Elke participant staat een voor een op en stelt zich voor aan de zaal, gevolgd door een gedempt applaus. Een district-politicus steekt een openingsspeech af.
10.50 Tijdens de speech zijn nog tien extra mensen binnengekomen; een voor een stellen ook zij zich voor.
11.00 De politicus opent de bijeenkomst officieel. Het programma begint, twee uur na de officiële aanvangstijd, met een vrijwel volle zaal. Een stuk of acht zijn er nog niet, meldt een dame van het lokale Heifer-kantoor me vrolijk. Ze heeft goede hoop dat de anderen nog komen.

Opmerkelijke verzoeken

Een jongen vraagt me of ik wat foto’s van zijn schaarsgeklede bovenlijf mee naar Nederland kan nemen ‘for a European girl to settle down with’.

Eliyah, mijn tolk, vraagt of ik hem kan helpen een NGO te vinden, die de community based organisation (CBO) die hij een paar dorpen verderop wil oprichten, kan ondersteunen. Hij wil een school bouwen, landbouwmethodes verbeteren .

Een man, die me op de biogas stakeholder-meeting aanspreekt, vraagt me of ik hem kan koppelen aan een Nederlandse organisatie, die hem kan helpen om het HIV/AIDS probleem in zijn dorp aan te pakken. Hij denkt dat voorlichtingscampagnes voor zijn nauwelijks opgeleide buren veel zouden helpen.

Een man, die voor het kadaster stukken land opmeet, vraagt me of ik kan organiseren dat hij in Nederland kan komen studeren.

Julius, een man aan het hoofd van een extended family van twintig man, wil op een ongebruikt stuk land een resort bouwen voor rijke Europeanen die vanuit hun kamer een fanmtastisch uitzicht hebben over het national park.

Bruno Chelibei, een van de boeren die ik voor mijn onderzoek heb geïnterviewd, vraagt me of ik hem kan helpen investeerders te vinden voor zijn te bouwen Mt. Elgon Eco Lodge: en uit lokale materialen opgetrokken resort, met lokale energie (biogas & zonnepanelen), lokaal water (regenwatertanks) en een menu met uitsluitend lokale, biologische producten.
Vanuit zijn stuk land wil hij wandeltochten naar de nabij gelegen watervallen en grotten organiseren. Ook wil hij mensen klimtochten naar de top van Mt. Elgon aanbieden en partners zoeken om abseilen, wildwatertochten, boomtop-routes en rotsklimmen mogelijk te maken.

Een compilatie van de plaatjes die investeerders moeten gaan aantrekken:
















Iemand interesse? Bruno zegt het voor 15 miljoen UGX (4500 euro) te kunnen doen!

Saturday, June 04, 2011

Aids, monogamie en 'the sexual network'

Terwijl ik hier in Kapchorwa (vaker geen electriciteit dan wel) op het door een ronkende generator draaiende internet surf, laten een paar lokale vrijwilligers honderden 'abstinence commitment cards' afdrukken: kaartjes, die jongeren hier in hun portemonnee kunnen stoppen, om zichzelf aan hun belofte te houden niet met sex te beginnen voor het huwelijk.

Het kaartjes-project wordt gesponsord door US-AID, een van de grootste NGO's op het gebied van HIV-bestrijding in Uganda. Sinds jaar en dag wordt AIDS in Uganda bestreden met campagnes die onthouding en monogamie promoten. Het aantal mensen met HIV is sinds 1994 gedaald van 18 % van de bevolking tot iets wat schommelt tussen de 5 en 7 %.

De commitment-kaartjes doen me denken aan de enorme billboards die je in Kampala aan de kant van de weg vindt. Erop prijkt een grote foto van een gelukkig stel met een kind op de bank, kijkend naar een goedkope Western. 'Get off the sexual network. Spend more time with your family and live the good life!' is de begeleidende tekst.

Op het internet vind ik dat die billboards onderdeel zijn van een vijf jaar durende campagne, die de Ugandese middenklasse er van moet weerhouden om naast hun vaste partner er verschillende andere langdurige sexpartners op na te houden. Er is ook een flyer:

De campagne blijkt vooralsnog niet al te veel effect te sorteren, aangezien Uganda een eeuwenlange geschiedenis van polygamie heeft en hoewel steeds minder mannen meerdere vrouwen trouwen vinden de meesten het nog steeds veel de gewoonste zaak van de wereld om er naast hun vrouw nog een aantal andere partners op na houden.

Iets anders: promotie van condoomgebruik voor die jongeren die toch seks hebben voor het huwelijk hebben heeft voor US-AID niet echt prioriteit, lijkt het. Het wordt slechts geadviseerd als laatste redmiddel als het iemand niet lukt trouw of maagd te blijven.

Op het kantoor van SNV hangt een houten kastje met condooms aan de muur. Lijkt me toch een veiligere oplossing voor een probleem dat zo verweven is met de Ugandese cultuur, waarin het hebben van 'side-dishes' en meerdere partners eerder regel dan uitzondering is.

Ook in kerkbezoek zit sociale geografie

Elijah, mijn tolk hier, brengt me zondag mee naar zijn kerk. Als eerste blanke in het uit klei en houten palen opgetrokken gebouw, heb ik de eer mijzelf voor te stellen. Vanuit de kerk krijg ik de ‘greetings in the name of Jesus’ mee voor de mensen thuis. Bij deze.
Vlak nadat mijn komst door de propvolle, opmerkelijk jonge kerk bezongen is, wordt er geld opgehaald voor een paar liter brandstof voor de generator, die net genoeg energie levert om de vier uur durende kerkdienst van versterkt geluid te voorzien: een microfoon wordt gedeeld door een twintigkoppig koor; een synthesizer begeleidt het geheel met een kakofonie van gekke geluiden, die een groepje van 6 puberende jongens een voor een uitprobeert.
Tijdens het ophalen van het geld beklaagt een van de weinige ouderen in de zaal zich over deze tweede collecte (de eerste was voor het optrekken van een nieuw gebouw). Ze vraagt zich af of de kerk gedurende de famine month niet zonder versterkt geluid kan. Anderen reageren instemmend: de oogst die in oktober is opgeslagen is in de meeste families aan het opraken; de hoge voedselprijzen brengen veel van de aanwezigen in problemen; pas in juli wordt de eerste nieuwe oogst verwacht. Uiteindelijk zijn het de tieners en de twintigers die de discussie winnen: famine of geen famine, muziek zal er zijn.
Een te verwachten uitkomst, de jongeren (10-25) zijn veruit de grootste groep in de kerk. Het schijnt dat veel oudere mannen door de nomadische vee-rovende Karamojong zijn vermoord in dit dorp, en veel vrouwen verkracht en meegenomen. Tijdens deze ‘cattle-raids’, die vooral in de jaren tachtig en negentig vaak voorkwamen, liepen niet alleen de inwoners van de tegen Mt. Elgon gelegen dorpen gevaar: vaak worden ook hun met gras bedekte ronde huizen in brand gestoken. Veel dorpelingen vluchtten daarna naar hoger gelegen delen van de berg, vlak tegen het national park aan en soms zelfs daarbinnen, met een hoop ontbossing ten koste van het tropische oerwoud tot gevolg.

Wat ‘live’ ontbossing:





Kaartje met recente 'encroachment areas'in het beschermde Mt. Elgon national park, waar dorpelingen illegaal het bos binnendringen, bomen kappen en land cultiveren:

Saturday, May 28, 2011

Village meeting nummer 2: het Mount-Elgon-boerenclubhuis

Naast het schuurtje dat als kantoor dient voor KEFA, de Kapchebut Elgon Farmers Association, wordt in alle vroegte een constructie van houten palen en grote stukken zeil opgetrokken, om de deelnemers aan mijn ‘PADev village meeting’ te beschermen tegen de zon. Een groep vrouwen is het vuur aan het opstoken voor de grote ketels thee en de chapati’s die zo gebakken zullen worden.
In het kantoortje staan veertig plastic tuinstoelen. Aan de muur hangen grote vellen met de doelstellingen en belangrijkste successen van de vereniging. Ook hangt er een grote poster van president Museveni, die hier vorig jaar eregast was. Hoewel de vereniging nog maar een paar jaar bestaat, is er al veel bereikt. Boeren zijn overgegaan op zero-grazing en hebben stallen voor hun dieren gebouwd; als vereniging zijn er bomen geplant en contours in het landschap gecreëerd om erosie en landverschuivingen tegen te gaan. In het national park zijn bijenkorven in bomen gehangen om de kap van bepaalde stukken bos tegen te gaan. Tot slot hebben ze een revolverend fonds ingesteld om boeren in staat te stellen een biogasinstallatie aan te schaffen.



Langzaam loopt de ruimte vol. Als na een uur iedereen zit, krijgen alle lokale autoriteiten kort het woord om de dag in te leiden: de voorzitter van de vereniging, de chairman van het dorp, de chairman van de parish waar het dorp onder valt en tot slot ook Patrick, als leraar de meest geleerde man van het dorp, een actief lid van de vereniging en samen met mij de organisator van de bijeenkomst.
Als ook ik de gelegenheid heb gehad de dag in te leiden, gaat elke groep onder de grote zeilen rond een tafel zitten. Ik loop tussen de tafels door en assisteer de facilitators, een groep studenten uit nabije dorpen, die in elke groep de discussie leiden en vervolgens samenvatten op grote vellen papier.

De eerste pauze is ‘breakfast break’ hoewel het inmiddels twee uur is en de zon hoog staat. Zoete thee met veel melk wordt in grote mokken gegoten, iedereen krijgt een plastic zakje met een chapati aangereikt. Om een uur of vier is het tijd voor lunch. Levensgrote pannen voorzien de dertig aanwezigen van matoke, rijst en sappig rundvlees; het vrouwelijke koksteam heeft uitgepakt.
Als de zon laag staat en het donker begint te worden, is elke groep klaar en krijgt men in een envelop een bedankje aangereikt: een kleine vergoeding voor de tijd en moeite die iedereen gestoken heeft in de stapel volgeschreven vellen die inmiddels 150 pagina dik is: letterlijk een berg aan informatie!

Restaurantbezoek

De serveerster, kort na het opnemen van onze bestelling, neemt plaats op een van de terasstoelen. Gedurende een minuut of tien krijgt ze een pedicure van een jongen die met een plastic rekje vol kleurige flesjes haar voeten onder handen neemt. Terwijl haar teennagels worden gelakt belt ze met een vriendin en schreeuwt ze een bestelling van de andere kant van het terras door naar de vijf bevriende serveersters, die al een tijdje werkeloos aan de bar hangen.

Village meeting nummer 1: Tent in de achtertuin

Een uur na aanvangstijd zijn we bijna compleet. De lokale biogas-promotor stelt voor om te beginnen. We openen de bijeenkomst met een gebed. De chief spreekt een aantal worden. Vervolgens word ik met veel bombarie en volzinnen in Luganda ingeleid. Ik geef een korte introductie van het doel van de middag en het programma. Mijn tolk, ook een derdejaars studente, vertaalt mijn woorden nauwkeurig na elke zin. Opgelucht merk ik dat de boodschap die ik breng prima overkomt en er vanuit de witte tuinstoelen instemmend wordt geknikt als ik mijn plan voor die dag aan de vijfentwintig deelnemers uitleg.




Ik heb vandaag hulp van vijf facilitators, mensen uit het dorp zelf, die goed Engels spreken en mij voor een kleine bijdrage ondersteunen in het begeleiden van vijf focusgroepen. De volwassen mannen, de jongens, de vrouwen, de jongedames en de plaatselijke autoriteiten: iedere groep heeft een eigen tafel met 30 pagina’s A0 om te vullen in vier uur. Geen gemakkelijke klus, maar men heeft beperkt tijd in dit gebied; de koeien moeten immers nog gemolken voor het avondeten. Ik wil van hen weten wat er in de afgelopen decennia in hun omgeving is veranderd en wat het effect van het biogas programma op hun leven is geweest. Stap voor stap wordt elk aspect van het leven in deze dorpen besproken: de natuurlijke omgeving, de fysieke omgeving, de economische situatie, de gezondheid, het onderwijs, de sociale verhoudingen, de politiek en de culturele veranderingen.




De locatie van vandaag is de achtertuin van Margaret, de biogas-promotor die regelmatig door het Uganda Domestic Biogas Programme wordt betaald om in deze omgeving mensen enthousiast te maken voor een gesubsidieerde kleinschalige biogas-installatie. Haar werk blijkt effect gehad te hebben: de meeste aanwezigen zijn erg enthousiast over hun installatie en vertellen er graag over. Hoewel men een aanzienlijke subsidie krijgt voor het project erkennen de meesten dat de prijs voor hen wel de grootste drempel was. Zelfs voor de Ugandese middenklasse zijn de kosten voor een biogas-installatie vaak maar moeilijk op te brengen. Bovendien wordt voor elke installatie maar 1 gaspit en 1 gaslamp gesubsidieerd. Een extra lamp of een extra pit is voor de meesten op korte termijn niet haalbaar. Dat betekent dat men voor een deel afhankelijk blijft van duur houtskool of sprokkelhout voor het koken van grote maaltijden en van paraffine voor het verlichten van de overige kamers. Daarmee blijft ook het gezondheidsrisico bestaan dat bestaat bij de rook van houtvuurtjes en paraffinelampen die zich binnenshuis verzamelt. Het aantal doden in Uganda dat aan luchtwegen-problemen overlijdt schijnt schrikbarend te stijgen en nu al hoger te zijn dan het aantal mensen dat jaarlijks aan HIV/AIDS sterft.