Tuesday, August 19, 2008

INDIA VII

Hoewel Ahmedabad eigenlijk de meest vervuilde en neerslachtige stad op onze reis was, vormde het op twee manier toch het hoogtepunt van onze India-ervaring.
Ten eerste had de vader van Joris het mogelijk gemaakt dat we in (voor Indiase termen) peperduur familiehotel MG House sliepen. Dat betekende: een riante kamer met veel spiegels, elke dag tot in de puntjes opgemaakte eringwegzak-bedden, een grote badkamer en een voorkamer met enorme stoelen en een schommelbankje; 's ochtends een ontbijt met ijs-pannenkoeken en tropische fruitsappen, 's middags een duik in het rijk gedecoreerde hotelzwembad en voortdurend een leger wit-gekleed personeel paraat dat je letterlijk op je wenken bedient.
Het tweede waar we ongelofelijk mee boften was dat we via via in contact konden komen met de social worker Mohanbhai, die ons vanuit zijn buurt (een van de armste) de stad liet zien. Zijn functie had veel weg van dat van een buurtvader; hij kende vrijwel elk gezin persoonlijk, suste burenruzies en voorkwam al te veel spanningen in de contacten tussen Hindu en moslim groepen in de buurt. De kinderen van de buurt waren helemaal enthousiast over ons drie blanken, dus tijdens de pauzes in de gesprekken met belangrijke personen uit de buurt daagden we hen uit voor een potje handje drukken; met 5 handen tegen 1 weliswaar.
Het verschil tussen ons koloniaal aangekleed weelderig hotel en het eenvoudige 'office' van Mohanbai was oneindig. Toch voelden we ons op die 5 vierkante meter werkvloer, tussen alle kopjes chai en met de glimlach van Mohanbai's vrouw (die nog minder Engels sprak dan hijzelf), haast welkomer dan in het hotel met drie op een rij staande verwelkomende bedienden en een enorm kameroppervlak.
Samen met zijn vrouw liet hij ons alle hoogtepunten van Ahmedabad en omgeving zien (waaronder wat mooie tempels en een rijk gedecoreerde heilige bron) en nam hij ons uitgebreid uit eten. 'Gujarati food is the best we had' was onze simpele reactie, want met een heleboel chapati, gefrituurde hapjes en heerlijke sauzen ben je als aan treinvoedsel gewende reiziger snel tevreden.
De vieze, hectische, bedrukte stad Ahmedabad bleek (nadat je was uitgerust in het totaal ontspannen hotel, met de goede uitleg en richtingaanwijzingen van de vriendelijke Mohanbai) ook een heel andere, veelzijdige, mooie en interessante kant te hebben die we anders nooit hadden gezien.















Monday, August 18, 2008

INDIA VI
















De reis vanuit de woestijn naar het veel zuidelijker gelegen Udaipur was een vrij bizarre. Het station van het inmiddels doorweekte Jaisalmer stond vol min of meer heilige koeien, die vochtige vlaaien verspreidden tussen de rijen voor het loket. Een goed geplaatste drol in het voorportaal van het station was voor een groep net van het Pakistaans-Indiase front teruggekeerde soldaten voldoende om flink uit te glijden en bijna en plein public onderuit te gaan. Toen we na een nacht treinen van vervoersmiddel wisselden werden we verrast door een dubbeldekkerbus, waarin op ruim uitgevoerde baggagerekken lijkende ruimtes als bed dienden - zie foto.

Udaipur wordt in de reisgidsen omschreven als een stad van zich in meren reflecterende paleizen. Door tegenvallende moessons in voorgaande jaren stonden de meren echter vrijwel droog, waardoor groene, mossige en moerassige vlakten tevoorschijn kwamen. Dat maakte het nachtelijke uitzicht op de eiland-paleizen niet minder spannend, maar de romantiek van met een bootje naar een waterkasteel varen werd door de in groene drab weggezakte scheepjes toch wreed verstoord.

De hoofdstraten van de stad zijn 'stuffed' met duizend-en-één winkeltjes die schoenen, sieraden, jurken, handtassen en voor vensterbanken bestemde prullaria verkopen. Met een constante stroom van aandringende verkopers moet deze plaats een walhalla voor vrouwelijke bezoekers zijn, maar voor ons stugge kijken-kijken-niet-kopen Nederlandse mannen (die eigenlijk al teveel gekocht hebben in andere steden om uberhaupt in de tassen te passen) was het duidelijk genoeg geweest. Teneinde de eindeloos over Amsterdam-marihuana-tulips-windmills-coffee-shops leuterende handelaars af te schrikken, namen we in onze wanhoop de IJslandse identiteit aan. Aangezien de verkopers op hun standaard-vraag "What Country?" het verwarrende, want nooit-voorkomende "Iceland" te horen kregen, hadden ze zo snel geen standaard-praatje klaar en konden wij ongestoord verder lopen.

Het oude paleis van de plaatselijke koning is van buiten mooier dan van binnen, maar zo groot dat er met veel zoeken een heleboel mooie plaatjes te schieten waren. Na de rijk versierde burcht van Jodhpur kwam dit paleis een beetje kaal over en aan restauratie was duidelijk weinig gedaan. Mooier waren waarschijnlijk de momenten net voor zonsondergang, wanneer de lichtjes van paleizen en tempels zacht door de schemering heen prikken en je vanaf het dakterras met een verse lassi de contouren van de stad overziet.

Thursday, August 14, 2008

INDIA V


























Een nachtelijke bus bracht ons naar één van de extremen van Moeder India: de aan Pakistan grenzende Thar-woestijn, die na Jaisalmer, de laatste grote stad, echt begint.
Verrassend genoeg plensde het behoorlijk in de 2 dagen dat we op een kameel de woestijn door trokken. Regelmatig moesten we even schuilen en het was vrijwel constant bewolkt. De moesson laat ook hier zijn sporen achter: door de regentijd zie je her en der groen opkomen en zelfs kleine akkertjes rond de kleine woestijndorpen.
Aan het einde van de eerste dag kwamen we aan bij een van die dorpjes, bestaande uit niet meer dan 4 eenvoudige hutten, maar gevuld met een grote gezellige familie met veel kinderen, waar weinig tot geen communicatie mee mogelijk was. Gelukkig wilden de kinderen niets liever dan in het rond geslingerd worden, opgetild, op de schouders gezet en op de foto.
De zandduinen achter het dorpje waren een stuk steiler dan veel Hollandse duinen, dus werd er hevig gesprongen met een jongen uit het dorp. Achteraf een biertje drinken (waar die vandaan kwamen?) op een heuveltop, Indiaas worstelen en ouderwets handje drukken. De oergeest van zich-op-de-borst-kloppende aap-achtige jongemannen met een teveel aan energie kwam onvermijdelijk in ons los! (Waarna het overigens goed slapen was.)
Het eten was voor lunch, diner en de volgende lunch hetzelfde: chapati (bloempannenkoekjes) en een pittige drab met aardappelstukjes, ui, knoflook, wat onherkenbare groenten en her en der wat korrels woestijnzand. Met name voor Olivier leidde dit tot hevige maagproblemen. Voor Joris en mij was het vooral een goede les in het met 1 hand eten: chapati scheuren, vervolgens vouwen en zo snel mogelijk met drab en al naar je mond brengen voor je morst.
Terug in Jaisalmer was de moesson echt los gebroken, de elektriciteit lag eraf en de hellende straatjes werden kleine rivieren. Met een parasol als paraplu paradeerden Joris en ik door de straten, behoorlijk aangestaard door de plaatselijke bevolking, die tijdens een bui vooral de neiging heeft tot stil en nietsdoend binnen zitten, tot het geklater over is.
Na twee dagen in deze natte woestijn bleek dat we - door de bewolking en plensbuien heen - nog goed verbrand waren. Het blijft een bizar land, India.

Monday, August 11, 2008

INDIA IV





















Jodhpur, de meest gastvrije en ontspannen stad tot nu toe.
Een grote middeleeuwse burcht rijst uit boven een stad van blauwe huizen. Wij op één van de hoogste dakterassen met uitzicht op alle platte daken waar vrouwen hun sari's te drogen hangen, kinderen vliegeren, oude mannetjes hun dagen overdenken en wij de meest slakkegangerige bediening ervaren die een mens zich voor kan stellen. Een ontbijt kost één uur, lunch anderhalf en diner tegen de twee. Geen probleem trouwens: genoeg te zien en een paar gezellige backpackers als mede-wachtenden.
Het Meherangarh Fort, eeuwenlang de woonplaats van marahadja's en hun hofhouding, is misschien nog wel de meest toeristische plek van de stad. Audio-guides, een museumwinkel, handlezers (Joris krijgt drie grote liefdes te verduren op zijn 21ste -ik ben benieuwd) en een toeristenbazaar vol stoffen en sieraden maken de sfeer wat commercieel. Het fort is gelukkig een kasteel met een schoonheid zoals ik die noch in Nederland, noch in Marokko heb gezien. Gekleurd glas, kunstig afgewerkte ramen, beschilderde muren en panelen zorgen voor goede foto's.Op de achtergrond een sprookjesachtig landschap van indigo huizen (goed tegen de zomerzon), tempels en groene heuvels.
Even buiten de stad bezochten we het nieuw paleis van de plaatselijke marahadja. Prachtig van meer dan een kilometer afstand, van dichtbij een afzichtelijke verzameling afgewerkte blokken beton. Toen enkele Mediterraanse mede-toeristen zich op een 'verboden te betreden' deel van de paleistuin begaven werden ze er door zich aggresief uitlevende wachters letterlijk afgeschopt, waarna de hooligan los kwam in de verbannen bezoekers. Gelukkig waren wat sussende gebaren van Hollandse zijde genoeg om een flinke natrap en een Spaans-Indische oorlog (op beperkte schaal) te voorkomen.
Dit voorval vormde echter de uitzondering op Jodhpur's vrij ontspannen sfeer, een sfeer die we in India's schreeuwerige steden weinig meer zouden tegenkomen.